Hij had opgetogen moeten zijn, maar een nieuwe zorg vulde zijn geest: Luna, de zwerfpup die hij een paar dagen eerder had gered. Hij had haar alleen in de schemering ontdekt, ineengedoken tegen een verlaten wegberm, met een vieze vacht en een trillend lichaam. Hun ogen kruisten elkaar meteen en zijn vastberadenheid om haar te beschermen werd sterker.
De dagen daarna verzorgde hij haar wonden, gaf haar warme maaltijden en stelde haar voorzichtig gerust. Hoewel ze aanvankelijk op haar hoede was, kwispelde Luna al snel met haar kleine staartje als Marcus in de buurt kwam. Het simpele feit dat hij haar troostte, wekte een krachtige toewijding in zijn hart.