Wat hem nog het meest verbaasde, was hoe snel Luna de sfeer in zijn huis veranderde. Haar nieuwsgierige neusje stak in elk hoekje en haar smerige pootjes tikten op de vloer terwijl ze hem overal volgde. Telkens als hij pauzeerde om te schrijven of om zich voor te bereiden op zijn reis, kwam ze dichterbij en verlangde naar zijn aanwezigheid.
Haar achterlaten tijdens de wetlands-expeditie werd een onmogelijke gedachte. Elke keer als Marcus zich voorstelde dat ze alleen in een benauwde kennel zat of bij een vreemde was, ging er een steek van schuld door hem heen. Hij kon Luna’s brede, bezorgde ogen al zien en geen enkel rationeel argument kon dat beeld wegdrukken.