Hij was in veel opzichten haar anker, haar laatste band met de familie waar ze ooit van had gedroomd. Op een avond, toen Marie in haar versleten leunstoel ging zitten, voelde ze een kalm gevoel van tevredenheid. Ze sloeg haar boek open en zakte weg in de vertrouwde bladzijden, terwijl de ondergaande zon een warme gloed in de kamer wierp.
Buiten begonnen de vogels aan hun avondkoor en Marie voelde een vertrouwde vrede, tevreden in haar stille wereld. Maar net toen ze zichzelf in het verhaal wilde verliezen, verbrak het schelle gerinkel van de telefoon de stilte. Het was zeldzaam dat haar telefoon op dit uur overging, vooral van een onbekend nummer.