Toen ze aankwamen, trok de aanblik van de motorrijders die zich op het gazon hadden verzameld de krakers naar buiten. Vernon haalde diep adem en stapte op het stel af. “Luister, ik vraag jullie nog één keer om vreedzaam te vertrekken. Dit is mijn huis en ik wil het terug.”
De man keek Vernon op en neer en grijnsde. “Oh, je hebt je motorbende meegenomen. Denk je dat we daar bang voor zijn? We gaan nergens heen.” De vrouw sloeg haar armen over elkaar en staarde Vernon aan. “Ja, neem alle stoere jongens mee die je wilt. Wij blijven hier.”