Met ingehouden adem opende Vernon stilletjes de deur, onzeker over wat hij binnen zou aantreffen. De onmiddellijke aanval van een vieze geur overviel hem toen hij het huis binnenstapte en versterkte zijn vermoeden dat er iets mis was.
Binnen werden Vernons ergste angsten bewaarheid. De woonkamer was een zooitje, meubels waren omgegooid en persoonlijke bezittingen lagen verspreid. Op de muren, ooit versierd met dierbare foto’s, zaten nu graffiti en beschadigingen. Zijn heiligdom was geschonden.