Emily’s maag draaide zich om toen ze Mark zag flirten en giechelen met de vrouw zonder zich om haar te bekommeren. Het was dezelfde charme die hij bij haar moeder gebruikte – moeiteloos en ontwapenend. Maar deze keer voelde het anders. Het was besmet met verraad, zijn gemakkelijke lach een aanfluiting van het leven dat ze deelden.
Emily vroeg zich af of Mark aardiger was tegen deze vrouw dan tegen haar moeder. Linda had hem alles gegeven: een plek in haar huis, haar vertrouwen en haar hart. De gedachte dat hij dat allemaal had weggegooid, maakte Emily’s borstkas strak van woede. Hoe kon hij de liefde van haar moeder voor lief nemen?