Emily’s vingers klemden zich om haar telefoon terwijl ze haar gedachten probeerde te bedwingen. Ze kon niet zomaar binnenstormen en hem beschuldigen – dat zou hem in de kaart spelen. Hij zou het ontkennen, net als eerder. Erger nog, hij zou de situatie waarschijnlijk zo verdraaien dat zij de slechterik zou lijken.
Haar ogen gleden terug naar de tafel waar Mark en de vrouw zaten. Ze gingen zo in elkaar op, zo onbewust van de wereld om hen heen. Haar maag draaide ervan, maar het bracht haar ook op een idee.