Veel mensen boden hun medeleven aan. “Ik heb ook een kat,” zei een man achter de toonbank van de bakkerij. “Ik zal zeker rondkijken.” Een oudere klant klopte zachtjes op Eliza’s arm. “Verlies de hoop niet, lieverd,” zei ze. “Katten zijn slim. Misschien is hij wel op avontuur.”
Ondanks de vriendelijke woorden kon Eliza haar toenemende angst niet van zich afschudden. Door de motregen speurde ze elke hoek van Maplewood af, onder portieken, achter struiken, zelfs in het tuinhuisje van het plaatselijke park.