De ochtend kwam met een zware pijn. Ze dwong zichzelf tot een routine-douche, koffie, snel ontbijt – elke stap mechanisch. Zelfs het aantrekken van haar schoenen voelde als een monumentale inspanning. Bij haar voordeur aarzelde ze en scande de veranda. Geen grijze kat. Ze vertrok nogmaals om de buurt te doorzoeken, hoewel ze dezelfde routes al ontelbare keren had gelopen.
Op de derde dag waagde ze zich naar de buitenwijken van Maplewood waar oudere schuren en verlaten loodsen stonden. Ze hing meer flyers op en riep Orions naam in elke holle structuur die ze kon vinden. De wind ritselde door het hooi en deed stofdeeltjes opwaaien in de stralen van het middaglicht. Ze zag een paar zwerfkatten, maar geen Orion.