“Hoi, Eliza, met Susan van de bibliotheek. We zagen je poster en wilden je laten weten dat we nog geen geluk hebben gehad, maar we houden onze ogen open. Veel succes.” Haar schouders zakten door. Ze kon niet nog een slapeloze nacht op de bank verdragen, ze sjokte naar boven en plofte in bed, tranen druppelend op haar kussen.
In het eerste ochtendlicht hing er nog steeds somberheid over Maplewood en regendruppels plakten tegen de ramen. Met een gelaten zucht wikkelde Eliza zich in een jas en ging ze naar buiten om nog één keer te zoeken. Ze liep doelloos, haar voetstappen weerklonken in de stille straten. Het neonlicht van een plaatselijk café knipperde open en de geur van koffie zweefde door de kille lucht.