Gewapend met de cryptische instructies haastte Eliza zich naar huis. Ze ging haar woonkamer binnen en scande de indeling. Het briefje gaf de ‘noordelijke muur’ aan, die uitkeek op de tuin van haar buren. Ze legde een meetlint op de hardhouten vloer en mat vijf meter naar binnen vanaf die muur.
Ze bereikte een plek onder haar versleten vloerkleed. Met bonzend hart trok Eliza het vloerkleed opzij. De vloerplanken voelden hier heel licht ongelijk aan. Met trillende handen wrikte ze aan de randen, op zoek naar een naad of klink. Uiteindelijk bleef haar vingernagel haken aan een metalen ringetje dat in het hout verborgen zat.