“Ik ga me even opfrissen,” zei Amelia op een nonchalante toon terwijl ze zich verontschuldigde. Ze liep naar het toilet, met snelle maar afgemeten stappen, elke zenuw in haar lichaam in opperste staat van paraatheid. Ze wist dat ze het moest laten lijken alsof alles normaal was.
In het toilet haalde Amelia diep adem en spoot koud water op haar gezicht om haar hart te kalmeren. Ze depte op haar kleren en deed alsof ze zich op de vlek concentreerde, maar haar gedachten waren gefixeerd op de vraag of haar schreeuw om hulp begrepen was.