Zijn vriend liet hem beloven niets stoms te doen met deze informatie, want het was zijn baan die op het spel stond. Hoewel David hem verzekerde dat hij dat nooit zou doen, wist hij diep van binnen dat hij tegen zichzelf loog en dat hij het vertrouwen van zijn vriend zou beschamen. Bij de gedachte dat hij toegang had tot haar adres, voelde hij zich plotseling machtig. Het deed hem denken aan hoe ze hem liet voelen toen ze hem duidelijk maakte dat hij maar een simpele vrachtwagenchauffeur was. Hij kon haar irritante stemmetje nog horen zeggen: “Je moet je plaats kennen en niet boven je stand durven uitstijgen”. Davids hart bonsde weer van frustratie en hij wist dat hij zich niet kon houden aan de belofte die hij zijn vriend had gedaan. Als hij de energie had, was hij van plan om later die avond langs het huis te rijden.
Zoals verwacht vond David de auto die hem eerder die dag had tegengehouden geparkeerd op de oprit van een grote villa. Het was duidelijk dat de vrouw niet had overdreven over haar rijkdom of die van haar familie.