Davids hart ging tekeer terwijl hij probeerde te bedenken wat hij moest doen. Hij was al laat, dus hij kon het zich niet veroorloven om nog meer tijd te verspillen. Elke seconde die voorbijtikte, was als een mes dat in zijn maag kronkelde. Intens geïrriteerd vroeg hij zich af waarom de auto niet reed. Mensen zouden moeten weten dat ze daar niet kunnen parkeren. Wie is er nou zo stom om zijn auto op een drukke weg te parkeren?
Na een paar keer toeteren, zag hij dat hij eindelijk de aandacht van de bestuurder in de andere auto had. Toen David zijn raampje naar beneden draaide om de bestuurder te confronteren, zag hij dat de bestuurder een rijke, gerechtigde vrouw was met een zelfvoldane blik op haar gezicht. Zijn bloed kookte nog meer toen hij zich realiseerde dat ze duidelijk zijn getoeter had genegeerd en genoot van de macht die ze over hem had.