Terwijl meer leerlingen de school verlieten, kwam John dichterbij, op zoek naar enig teken van Anna onder hen. Hij zag groepen kinderen vertrekken, maar niemand viel op. Zijn frustratie groeide naarmate de minuten verstreken en Anna nergens te bekennen was.
Toen Caroline eindelijk tevoorschijn kwam, zag ze er moe uit en ze sleepte haar rugzak achter zich aan. John glimlachte zachtjes en vroeg: “Hé, liefje, kun je me Anna laten zien?” Maar Caroline wreef in haar ogen, schudde haar hoofd en zuchtte: “Ik ben te moe, papa. Kunnen we naar huis gaan?”