Toen de lucht donkerder werd, realiseerde John zich dat het al laat was. Hij haalde zijn telefoon tevoorschijn en belde Emily, in een poging nonchalant te doen. “Kom je vanavond thuis?” vroeg hij, zijn onbehagen verhullend. Emily antwoordde: “Ik kan mijn autosleutels niet vinden. Ik logeer bij een vriendin.”
John fronste zijn wenkbrauwen. Het zat hem niet lekker. Waarom vroeg ze me niet gewoon om haar op te halen? Het was niets voor haar om te stranden zonder om hulp te vragen. Maar voordat hij daar bij stil kon staan, gingen zijn gedachten al snel weer terug naar Anna. Hij ging te veel op in het mysterie om zich met Emily’s vreemde gedrag bezig te houden.