Terwijl de tijd verstreek, realiseerde John zich dat hij niets voor Caroline had geregeld. Hij belde haastig de babysitter uit de buurt om haar te vragen vannacht langs te komen. “Ik weet niet zeker hoe laat ik kom,” zei hij, terwijl hij probeerde nonchalant te klinken. “Kun jij op Caroline passen tot ik terug ben?”
Na het telefoontje zat John daar, onzeker over wat hij aan het doen was of wat hij hoopte te ontdekken. Zijn hoofd tolde van de mogelijkheden, maar geen enkele sloeg ergens op. Zijn instinct zei hem dat er iets niet klopte, maar hij wist niet wat hij zocht – hij wist alleen dat hij nu niet weg kon gaan.