Caroline’s woorden deden John verstijven. Hoe kon een denkbeeldig vriendje tekenen? Wat als Anna echt is? Of wat als Caroline een soort psychisch probleem aan het ontwikkelen was? Hij scheurde de tekening van de koelkast en bestudeerde hem zorgvuldig. Hij kon het gevoel niet van zich afschudden dat er iets niet klopte.
Vastbesloten om de obsessie van zijn dochter met Anna tot op de bodem uit te zoeken, begon John op internet onderzoek te doen naar denkbeeldige vriendjes, in de hoop een logische verklaring te vinden. Terwijl John zijn onderzoek voortzette, kwam hij artikelen tegen die uitlegden dat sommige kinderen zich erg kunnen hechten aan hun denkbeeldige vriendjes.