Theresa dwong zichzelf om zich te concentreren, terwijl ze haar opkomende paniek naar beneden duwde. Ze moest de kinderen in veiligheid brengen. Voorzichtig verzamelde ze hen en leidde de nog verdwaasde groep terug door het bos. Elke stap voelde zwaarder aan terwijl ze naar de hemel bleef kijken, half verwachtend dat het vreemde object terug zou komen.
Het bos leek donkerder, onheilspellender, maar Theresa zette door en leidde de kinderen over het bekende pad in de richting van de school. Haar gedachten dwarrelden door haar hoofd met vragen, maar haar prioriteit was om hen uit het bos te krijgen, weg van wat ze zojuist waren tegengekomen.