Op een winderige avond, toen Mindy bij de oude garage stond, had ze het gevoel dat ze vage, bijna spookachtige echo’s hoorde die door de lucht zweefden. Er waren geluiden die leken op het ritmische gerinkel van een hamer en het verre gezoem van een lied dat oom Greg misschien ooit gezongen had.
Of misschien waren deze geluiden gewoon het product van haar overactieve verbeelding. Ze herinnerde zich de dagen uit haar kindertijd toen ze haar oom de garage in zag gaan. Urenlang zat hij daar, om dan weer tevoorschijn te komen met een verre, beschouwende blik op zijn gezicht, alsof hij in diepe gedachten verzonken was.