De woorden vielen weg, misten de overtuiging die ze zo graag wilde horen. Ze klonken ingestudeerd, hol, echoënd in haar oren lang nadat hij gesproken had. Hij kwam langzaam overeind, maar er zat geen urgentie in zijn bewegingen, geen gedrevenheid.
Zijn houding was stijf, bijna met tegenzin, alsof elke stap die hij naar de gewonde vrouw zette een geforceerde mars was. Kristen leidde hem door het smalle gangpad, haar hart bonkte in haar borstkas met een intensiteit die overeenkwam met de ongerustheid die door haar hoofd kolkte.