Elke avond voelde ze een vreemde band met hem, een knagend gevoel dat er meer achter zijn verhaal zat dan hij liet merken. De manier waarop hij sprak, de diepte in zijn ogen en de zachte wijsheid die van hem af leek te stralen wezen allemaal op een leven vol vreugde en verdriet.
Maar ze vroeg nooit naar details, ze wilde zich er niet mee bemoeien – hij was tenslotte een vreemdeling, zij het een bekende. Maar er was iets anders aan hem dat haar aandacht trok. Het was de zwaarte die hij bij zich droeg, een gewicht dat op zijn schouders leek te drukken en in zijn ogen leek te blijven hangen.