Dagen werden weken en James bleef de pub bezoeken, maar het werd steeds duidelijker dat hij zwakker werd. Carla hield hem goed in de gaten, merkte hoe hij zijn wandelstok stevig vasthield ter ondersteuning en hoe zijn ademhaling met de dag zwaarder werd.
Het deed haar pijn om hem zo te zien – een man die eens leven en energie uitstraalde en nu langzaam wegkwijnt. Op een avond arriveerde hij later dan gewoonlijk, zijn stappen onvaster dan voorheen. Hij ging zwaar aan zijn gebruikelijke tafel zitten en ze voelde een knoop van zorg in haar maag.