Toen het kind harder jankte, slaakte ze een lange, hoorbare zucht, het soort dat niet subtiel bedoeld was. Het geluid sneed als een mes door Jacob heen. Hij voelde haar ogen op hem gericht, kon haar onuitgesproken gedachten bijna horen: “Schiet op. Verman jezelf.”
Achter haar stond een oudere man stijfjes, zijn armen gekruist over zijn borst. Zijn keurig gestreken overhemd en gepoetste schoenen suggereerden een leven dat ver verwijderd was van het leven dat Jacob leidde. Hij wierp een blik op zijn horloge, het gebaar overdreven genoeg om er zeker van te zijn dat Jacob het zag.