De oudere vrouw in het vest stak haar hand uit, met een vaste stem. “Wijlen mijn man was marinier,” legde ze uit. “Hij geloofde altijd in helpen waar we kunnen. We zorgen hier voor onze veteranen.”
“Laat mij de rest doen en je kunt later bij mij langskomen. Ik heb extra voedsel en voorraden die misschien kunnen helpen met je baby.” Jacob kreeg een kramp in zijn keel toen hij naar hen keek, die daar allemaal stonden met uitgestrekte handen en een ernstige uitdrukking.