Samen kwamen ze in een rustige routine terecht. Derrick stond vroeg op om op banenjacht te gaan en liet Rusty achter met een bak brokjes en een geïmproviseerd bed. Op goede dagen nam een potentiële werkgever hem in overweging, op slechte dagen kwam hij met lege handen terug. Rusty begroette hem desondanks met een zacht enthousiasme, alsof hij wilde zeggen: “We blijven het proberen.”
Elke maand bracht nieuwe financiële tekorten. Derrick verkocht kleine bezittingen – een oude tv, een reservestoel – alleen maar om de kosten te dekken. Toch bleef Rusty standvastig, hij voelde de spanning en bood toch onvoorwaardelijke genegenheid. Als er twijfel in Derricks gedachten kroop, gaf Rusty’s kalme aanwezigheid hem aarding, een stille herinnering dat het leven nog steeds waarde had.