Agent Hara sloeg de hoek om en bereidde zich voor op zijn favoriete onderdeel van zijn route – terugzwaaien naar het eigenaardige meisje dat elke dag op hem wachtte. Zijn ogen scanden de onverzorgde voortuin en baanden zich een weg naar het raam op de tweede verdieping.
Alleen deze keer werd zijn vrolijke zwaai beantwoord met leegte. Het jonge meisje waar hij al maanden naar zwaaide stond niet achter het raam op haar vaste plek. Het was een routine die hij al zo lang zonder mankeren volgde. Er gingen alarmbellen af in Sebastians hoofd. Er was iets mis.
Tegen alle protocollen in stopte hij zijn auto en begon het huis te naderen. Er hing iets onheilspellends in de lucht toen hij zich klaarmaakte om op de voordeur te kloppen. Toen die langzaam openging, vloeide het bloed uit Sebastians gezicht..