Met een zware zucht liep hij naar het huis toe. Elke stap voelde aan alsof het een eeuwigheid duurde terwijl de twijfel aan hem knaagde. Wat als er niets aan de hand was? Maar wat als er wel iets was? Hij bereikte de deur en klopte met bonzend hart.
Een paar seconden later zwaaide de deur open en zag hij een lange, smerig bebaarde man met een strenge uitdrukking. Zijn grootte alleen al maakte Sebastian ongemakkelijk. “Kan ik u helpen?” vroeg de man, met een lage, norse stem die Sebastian in de gaten hield.