Hij bekeek de foto’s die hij tot nu toe had genomen – oprechte glimlachen, huilende familieleden, speelse kinderen die dansten in smokings en frivole jurken. “Gewoon weer een bruiloft”, dacht hij, terwijl hij probeerde het onheilspellende gevoel van zich af te schudden dat zich als klimop om zijn bewustzijn had gewikkeld.
Gevangen in deze emotionele turbulentie, merkte hij nauwelijks dat Anna op hem af kwam tot ze op armlengte afstand was. Haar gezicht straalde, maar onder haar stralende glimlach voelde hij een flikkering van kwetsbaarheid – onwaarneembaar voor iemand die niet zo goed keek als hij.