Ze zuchtte en liet haar arm naar haar zij zakken. Ze begreep niet waarom de auto niet stopte. Hadden ze haar niet gezien? Ze wist dat liften riskant was, maar op dit moment leek het haar enige optie om thuis te komen. Emily legde zich erbij neer dat ze het zou blijven proberen, licht rillend tegen de koude nachtlucht. Er moest toch een vriendelijke ziel zijn die medelijden met haar had en haar een lift zou geven. Ze hoopte maar dat ze snel langs zouden komen.
Na een tijdje niemand op straat gezien te hebben, voelde Emily een groeiend gevoel van onbehagen. Ze probeerde kalm te blijven, maar haar pas versnelde. Hoe was het mogelijk dat ze al bijna 20 minuten aan het lopen was en nog maar één auto had gezien? Wat nog vreemder was, was de afwezigheid van mensen op de trottoirs, net als zij. Waar was iedereen gebleven? Waarom was zij de enige op straat?