Emily stond haastig op en zocht naar tekenen van leven om haar heen, maar het strand was stil, te stil. Goudkleurige zandkorrels kleefden aan haar huid en brandden als een brandmerk in haar vlees. “Halloooo?” schreeuwde ze, maar haar stem was getint met verdriet. Wat was dat vreemde gevoel dat haar overnam? En waarom kon ze zich niets herinneren?
Paniek overviel Emily terwijl ze wanhopig probeerde te herinneren wat er gebeurde. Maar dat lukte niet – haar geheugen was een lege lei. Het voelde bijna alsof ze gehersenspoeld was. Het enige stukje geheugen waar ze zich aan vast kon klampen, was dat ze die middag naar het strand was geweest.