Het was een prachtige dag geweest en ze had haar handdoek en boek neergelegd, klaar voor een middagje ontspanning. Emily keek op haar horloge. “WAT?!” gilde ze. “Dat was bijna zeven uur geleden?!” Haar ogen schoten in het rond en scanden het verlaten, schemerige strand. “Wat is er aan de hand? Wat is er met me gebeurd?
Emily’s hart bonsde terwijl ze verwoed het lege strand afspeurde. Zeven uur waren verdwenen uit haar geheugen, helemaal schoongeveegd. Wat was er in die tijd gebeurd? Waar was iedereen gebleven? De stilte om haar heen was verstikkend, alsof de hele wereld gewoon was verdwenen.