En toch zat ze hier, op nauwelijks een armlengte afstand. De gelijkenis was verbazingwekkend – van de bekende highlights in haar haar tot de zachte lijnen die in haar ooghoeken verschenen als ze glimlachte. Elk rationeel instinct vertelde Jack dat de vrouw voor hem onmogelijk zijn vrouw kon zijn. Toch negeerde zijn bonzende hart zijn redenering. Hij was in de ban van de persoon voor hem.
Hij bekeek elk deel van haar gezicht nauwkeurig in de hoop iets anders te vinden, iets waaruit zou blijken dat ze niet echt haar vrouw was. Zijn gedachten werden echter abrupt verstoord door een luide schreeuw die hem uit zijn trance haalde. De vrouw, zijn vrouw, zijn vrouw, schreeuwde nu in zijn richting. Zijn gedachten dwarrelden door elkaar, heen en weer geslingerd tussen ongeloof en wanhopige hoop.