“WAT IS ER IN HEMELSNAAM MIS MET JOU?!” “Ben je helemaal gek geworden?” schreeuwde ze naar Jack, haar stem galmde door de cabine. Jack knipperde verward met zijn ogen. Wat? Was dit de manier waarop ze hem begroette? Zijn gedachten raasden over de onwerkelijke situatie. Jack stond aan de grond genageld, vol ongeloof. Dit kon niet waar zijn. Het moest een droom zijn…
Maar ze bleef schreeuwen. “ZIE JE NIET DAT HIER IEMAND ZIT?!” ging ze verder. Ze zag er ontzettend boos uit. Maar hoe kon dat? Ze zou niet boos op hem moeten zijn. Ze had haar stem nog nooit zo tegen hem verheven. Waarom deed ze alsof ze hem niet kende?