Marianne pakte alles wat ze kon dragen en keerde terug naar de kapel. Haar adem stokte toen ze naar binnen stapte. De wolf en het kleine dier waren precies zoals ze ze had achtergelaten. De wolf keek haar waarschuwend aan, maar deze keer was zijn grom gedempt.
Marianne legde de spullen op een bankje in de buurt en knielde neer op de stenen vloer. Ze opende het ontsmettingsflesje en depte voorzichtig een doekje. De wolf verkrampte bij de penetrante geur. Broeder Paul stond vlakbij, ongemakkelijk maar klaar om te helpen. Rustig kwam Marianne dichter bij de welp, de reactie van de wolf peillend.