Binnen in de kapel deinsde Marianne terug toen de wolf laag gromde en zijn ogen op de gedempte gespreksgeluiden buiten de deur richtte. De spanning in de lucht was voelbaar, elke spier van de wolf gespannen terwijl hij beschermend over het kleine, gewonde schepsel stond.
De deur van de kapel kraakte een beetje en de officier stapte naar binnen. Zijn zaklamp scheerde door de kamer voordat hij op de wolf landde. Zijn adem stokte. De wolf gromde, stapte naar voren om zijn welp te beschermen en de agent greep instinctief naar zijn verdovingsgeweer.