Een voor een controleerden ze de dieren. Sommigen waren alleen koud en bang, maar anderen hadden snijwonden en kneuzingen. De tijd leek onmogelijk langzaam te gaan terwijl ze de basishulp verleenden die ze konden, wonden verbanden met restmateriaal en warme dekens gebruikten uit de voorraad van de kerk.
Nadat ze de situatie hadden beoordeeld, realiseerde Marianne zich dat de dieren hier in hun huidige staat niet konden overleven. Ze hadden uitgebreidere zorg nodig. Een plaatselijke dierenarts was een optie, maar zou de moederwolf toestaan dat ze verplaatst werden? Een golf van angst overspoelde Marianne.