Toch voelde Marianne een innerlijke aantrekkingskracht die ze niet kon ontkennen. Ze observeerde de houding van de wolf: hij viel niet aan, maar waakte over het kleine bundeltje in zijn bek. Haar instinct vertelde haar dat dit meer was dan een simpele indringer.
Met onverwachte moed benaderde Marianne de wolf. Langzaam hief ze beide handen op om te laten zien dat ze geen kwaad in de zin had. Haar gedachten raasden over de mogelijke uitkomsten – zou de wolf aanvallen, of haar vertrouwen tonen? Toen ze dichterbij kwam, knetterde de lucht van de spanning.