Tina was opgelucht toen ze besefte dat de wolf geen bedreiging vormde. Het dier zocht hulp. Maar de politieagenten, die het gebaar verkeerd begrepen, raakten in paniek en begonnen naar Tina te schreeuwen dat ze achteruit moest gaan. Door hun geschreeuw schrok de wolf, waardoor hij naar de voordeur rende.
Maar terwijl hij wegrende, stopte de wolf plotseling en draaide zich om, zijn diepe, doordringende blik gericht op Tina. Hij leek op haar te wachten, zijn ogen smekend en dringend, haar dwingend te volgen. De lucht was vol spanning en verwachting, waardoor Tina een onverklaarbaar gevoel van doelgerichtheid kreeg.