Tina’s ogen verwijdden zich. Het gedrag van de wolf viel in het niet bij de agressieve houding die hij aanvankelijk had aangenomen. Het leek alsof hij haar uitnodigde, haar aanspoorde om te volgen. Er lag een intelligentie in zijn blik, een stille communicatie die zowel verbazingwekkend als mysterieus was.
Tina negeerde de verwoede protesten van de politieagenten en zette een voorzichtige stap in de richting van de wolf. “Achteruit!” riep een agent, met een paniekerige stem. Maar Tina’s intuïtie vertelde haar dat de wolf geen kwaad in de zin had. Ze stak haar hand uit naar de agenten en gebaarde hen te blijven staan. “Vertrouw me,” zei ze, haar stem kalm maar vastberaden.