Maar de waas van medicatie vertroebelde alles. Ze viel urenlang in en uit de slaap, haar zintuigen afgestompt door de medicijnen, af en toe wakker geschud door het zachte gepiep van machines of de gedempte stemmen van verpleegsters die haar controleerden.
De absurditeit van haar beslissing drong tot haar door – haar operatie opnemen? Ze moest wel gek zijn. Maar toen de mist in haar hoofd optrok, veranderde die verlegenheid langzaam in iets anders – bezorgdheid. Waar was haar telefoon?