Met elke seconde die verstreek, werd haar paranoia erger. Elke pieptoon van de machines voelde aan als een aftelling naar iets onvermijdelijks. Hoe meer het personeel blikken uitwisselde, hoe meer Jennifer zichzelf ervan overtuigde dat ze alles wisten – over de opname, over haar plan, over het vreemde gesprek dat ze had afgeluisterd.
Het was slechts een kwestie van tijd voordat iemand haar ermee zou confronteren. De angst knaagde aan haar, onverbiddelijk, terwijl ze in haar ziekenhuisbed lag, hulpeloos en alleen, zich afvragend of ze een verschrikkelijke fout had gemaakt.