Eerst ging ze terug naar het ziekenhuis onder het mom van een vervolgafspraak. Ze bleef in de gangen rondhangen en deed alsof ze op haar beurt wachtte terwijl ze haar ogen openhield voor verdachte dingen. Ze luisterde naar stille gesprekken, keek met een scherper oog naar de bewegingen van verpleegsters en artsen.
Ze waren voorzichtig, maar niet voorzichtig genoeg. Op een middag zag ze dokter Harris praten met een bezorger bij de achteringang van het ziekenhuis. Ze wisselden iets uit – misschien een kartonnetje – maar de manier waarop ze nerveus om zich heen keken bezorgde haar een rilling over haar rug.