Weken gingen voorbij en de dierentuinmedewerkers bleven Joseph lastigvallen. Ze stuurden brieven, belden en stonden zelfs voor zijn deur. Joseph voelde zich geïntimideerd, maar hield voet bij stuk. Hij wist dat de tijgerwelpen in het wild thuishoorden, waar ze een vrij en gelukkig leven konden leiden in plaats van in kleine kooien die bedoeld waren voor het vermaak van mensen.
Uiteindelijk gaven de ambtenaren het op. Joseph haalde opgelucht adem, dankbaar dat hij voet bij stuk had gehouden. Hij wist dat hij juist had gehandeld en hij voelde een gevoel van trots over zijn beslissing.