Joseph stond die ochtend vroeg op, de zon scheen nog maar net aan de horizon. Hij pakte zijn jachtspullen en ging op weg naar het bos. Zijn laarzen knarsten over de gevallen bladeren die op de grond lagen. Hij had zijn hele leven in dit bos gejaagd, maar vandaag was anders. Hij kon het gevoel niet van zich afschudden dat er iets niet klopte. De lucht voelde geladen, bijna elektrisch, en zijn hart ging tekeer van verwachting.
Terwijl Joseph dieper het bos in liep, kon hij niet anders dan zich verwonderen over de schoonheid van de bomen, de manier waarop het zonlicht door de bladeren filterde en een gevlekt patroon op de bosgrond creëerde. Hij was zo in gedachten verzonken dat hij de open plek pas opmerkte toen hij er bijna was.