Joseph bevond zich in een verwarrende situatie, verscheurd tussen zijn jachtinstincten en de pure schoonheid van de tijger voor hem. Voorzichtig liet hij zijn geweer zakken en kroop dichter naar het majestueuze wezen toe. Toen hij dichterbij kwam, begon de tijger een paar stappen achteruit te doen, zacht grommend als waarschuwing. Maar toen hij dichterbij kwam, merkte hij iets dat hem deed stilstaan.
De tijgerin was duidelijk vrouwelijk en Joseph realiseerde zich dat ze welpen in de buurt moest hebben. Hij zag de tekenen van moederschap, haar spenen vol melk. Zijn vermoeden werd bevestigd toen hij kleine kreuntjes en gegrom uit het kreupelhout hoorde komen. Bezorgd om de gezondheid van de tijgerin riep Joseph haar voorzichtig en tot zijn verbazing stond ze toe dat hij dichterbij kwam.