6. Zet alles in één map
Gedurende het jaar ontvang je veel documenten die je nodig hebt om aangifte te kunnen doen. Dit zijn bijvoorbeeld inkomstenoverzichten, WOZ-beschikking, bankrekeningoverzichten, beleggingsoverzichten, maar ook bevestigingen van goede doelen voor giften die je hebt gedaan. Bewaar al deze documenten in één map. Heb je de inkomstenbelasting over 2018 gedaan? Maak dan direct een nieuwe map voor de aangifte over 2019 en berg alle documenten die je het komende jaar ontvangt in deze nieuwe map.
7. Hulp vragen
Vind je het lastig om zelf aangifte te doen? Dan zijn er verschillende manieren om hulp te vragen. Dit kan bijvoorbeeld in je directe omgeving zijn aan familie of vrienden, maar ook via de ouderen- of vakbond, een student, de Belastingdienst of een belastingconsulent.
8. Kosten belastingconsulent
Zit jouw belastingaangifte wat ingewikkelder in elkaar? Dan kun je hulp vragen van een belastingconsulent. Spreek een vaste prijs af van te voren en laat de werkzaamheden niet per uur in rekening brengen. Gemiddeld wordt er zo’n 65 euro betaald voor het verzorgen van een particuliere aangifte. Bekijk of iemand in je omgeving een deskundig persoon kent en maak op tijd een afspraak.
9. Algemene heffingskorting
Mensen met weinig inkomen denken vaak dat ze beter geen belastingaangifte kunnen doen. Maar wanneer je zelf geen of weinig inkomen hebt, kan je in veel gevallen als je partner wél inkomen heeft de algemene heffingskorting voor de minst verdiende via de partner laten uitbetalen. Doe je geen aangifte, dan krijg je hier ook niets van. Zonde om het te laten liggen!
10. Dubbelcheck
Ook al heeft de belastingdienst vrijwel alles voor je ingevuld op de aangifte, controleer altijd goed of alles wel klopt. Ontbreekt bijvoorbeeld een saldo van een recent geopende bankrekening, geef deze dan wel op. En zowel zelf als de belastingdienst kunnen een foutje maken. Klik ook alle velden met toelichting aan als je de aangifte doorloopt. Op deze manier ga je er niet klakkeloos vanuit dat je geen aanspraak maakt op een regeling of aftrekpost.
11. Aftrekposten
De belastingdienst vult de meeste aftrekposten niet vooraf voor je in. Het gebeurt dan ook dat veel mensen soms wel honderden euro’s belastingvoordeel laten liggen. Om zo’n voordeel te krijgen zal je zelf actie moeten ondernemen. Aftrekposten kunnen zijn betaalde partneralimentatie, uitgaven voor specifieke zorgkosten, studiekosten, giften, onderhoudskosten voor een rijksmonument, reiskosten openbaar vervoer of een lijfrenteproduct. Onder het kopje ‘aftrek en kortingen’ vind je terug wat op jou van toepassing is.
12. Schenken
Grotere geldbedragen kunnen worden geschonken aan bijvoorbeeld (klein)kinderen. Eén keer per jaar kan je belastingvrij schenken. Voor 2018 mag je een bedrag van 5.363 euro belastingvrij schenken aan ieder kind en 2.147 aan ieder kleinkind. De schenking dien je vast te leggen in een document dat je samen ondertekent. Ook mag je eenmalig een grote belastingvrije schenking doen aan kinderen tussen de achttien en veertig jaar van 25.731 euro. Bij een studie of aankoop van een huis mag dit bedrag zelfs verhoogd worden naar 100.800 euro. Voor 2019 zijn de bedragen iets anders en kun je je kind 5.427 euro schenken, je kleinkind 2.173 euro en eenmalige schenkingen van 26.040 euro en 102.000 euro voor een aankoop van een huis.
13. Middeling
De belastingdienst berekent normaal gesproken de inkomstenbelasting over je jaarinkomen. Bij een middeling wordt het inkomen van drie opeenvolgende jaren bij elkaar opgeteld en gedeeld door drie. Over dit gemiddelde inkomen wordt vervolgens de inkomstenbelasting opnieuw berekend. Een middeling is vaak voor mensen die geen stabiel jaarinkomen hebben, zoals zzp’ers, ondernemers of ex-studenten die tijdens hun studie een bijbaantje hadden en nu een vaste baan hebben, werknemers die een ontslagvergoeding hebben ontvangen en werknemers die juist meer zijn gaan werken. Liggen de nieuwe, gemiddelde bedragen veel lager dan de oude waarover belasting is geheven, dan krijg je belasting terug. Op de site van de belastingdienst kun je een proefbreking maken of middeling zin heeft. Bedraagt de teruggave volgens de proefberekening meer dan 545 euro, dan heeft het zin om de berekening samen met de aanvraag naar de belastingdienst te sturen.
Lees de overige tips verder op de volgende pagina.
Pagina 2/3