Gedwongen vertrouwen
Zelfs wanneer de welpen een beetje hoop krijgen, lijkt de reddingspoging niet genoeg. Wat ze ook proberen, niets lijkt genoeg om de diertjes te redden. De jongens zaten nog steeds niet op de boot en moesten wanhopig blijven drijven. Het hielp gelukkig al enorm dat ze de rand van de boot konden vasthouden. De twee vissers wilden echter niet opgeven, ze hadden de welpen al in hun hart gesloten en konden ze niet aan hun lot overlaten. De situatie was echter nog steeds kritiek.
Een van de vissers kreeg het idee om een schepnet te gebruiken. De beren moesten nu vertrouwen hebben in de mens. De visser en het welpje keken elkaar in de ogen. Het was alsof beide zielen kort praatten en de kleine beer leek te zeggen: “Help ons alstublieft, we willen gewoon overleven.” Het was duidelijk: mens en dier moesten elkaar vertrouwen.