Mariska Bauer praat openhartig over de impact van haar herseninfarct

Mariska Bauer impact herseninfarct

‘Ik dacht: dit komt nooit meer goed’

Mariska Bauer heeft in 2022 een herseninfarct gehad. Op dat moment zakte de grond onder haar voeten vandaan. Er was naar eigen zeggen geen hoop meer. Toch is ze inmiddels weer bijna de oude en kan ze openhartig praten met Beau Monde over de impact van het herseninfarct. 

Bauers op bezoek

Bij de shoot voor Beau Monde serveert het hotel (zoals dat hoort met de Bauers) overheerlijke worstenbroodjes en – alsof hij het ruikt – komt echtgenoot Frans die ‘toevallig in de buurt is’ even kijken hoe zijn vrouw het er als fotomodel vanaf brengt. Eerder is ook zoon Frans Jr. al even langs geweest. Het is duidelijk, sinds haar herseninfarct in 2022 zijn ‘haar jongens’ extra bezorgd om hun vrouw en moeder.

Niet dat het echt nodig is, want na een zwaar revalidatieproces waarbij ze maandenlang aan bed was gekluisterd, voelt Mariska zich weer goed. De vrouw van de populaire volkszanger geniet weer met volle teugen van het leven, maakt leuke reisjes met Frans en gaat haar rol als huismoeder misschien wel verruilen voor een carrière als presentatrice. Want na al die jaren zorgen, koken en strijken voor haar vijf mannen is het nu eindelijk een keer tijd voor haarzelf.

Revalidatie

“Eigenlijk gaat het heel goed”, vertelt Mariska aan Beau Monde. “Ik denk dat ik voor 95% weer de oude ben. Die overige 5% komt door mijn geheugen. Ik ben een beetje vergeetachtig, kom soms wat moeilijker uit mijn woorden en ik raak sneller overprikkeld.” Al met al is ze tevreden met hoe ze er nu voor staat: “Ik ben gewoon heel blij met hoe ik eruit ben gekomen. Als dit het is, vind ik het oké.”

Dat is wel anders geweest. Vooral de periode aan het begin van haar herstel viel erg zwaar. “Na mijn infarct ben ik aan de rechterkant helemaal verlamd geweest. Daardoor kon ik heel moeilijk praten en dat was voor mij het meest angstige moment. Ik dacht: dit komt nooit meer goed”, onthult Mariska.

Uiteindelijk is het dan tóch goed gekomen. “In het ziekenhuis werd verteld dat het na een paar weken beter zou gaan. Eerst geloofde ik dat niet, totdat ik merkte dat het met de dag ietsje beter ging. Na twee weken sleepte ik niet meer met mijn been en hing mijn mond niet meer scheef. Dat gaf mij kracht om door te zetten.”