Emily nipte van haar koffie in het café vlakbij haar school, haar blik dwaalde af tot hij bevroor op een bekende figuur. Haar stiefvader. Hij was niet alleen. Zijn hand lag stevig om die van een vrouw die onmiskenbaar niet haar moeder was.
Eerst knipperde Emily, ervan overtuigd dat haar ogen haar bedrogen. Maar toen de vrouw giechelend voorover leunde en hem op zijn wang kuste, werd de waarheid onmiskenbaar. Er barstte gelach tussen hen los, zorgeloos en schaamteloos. Emily’s hart bonkte, haar adem stokte in haar keel.
Moet ik mama bellen? De vraag brandde in haar hoofd, maar een andere, donkere gedachte kwam boven. Nee. Ze ging hem niet laten ontsnappen met alleen een verklaring. Emily zou zorgen dat hij hier spijt van kreeg. Langzaam begon zich in haar hoofd een plan te vormen dat hij nooit zou zien aankomen..